Ondertussen zijn er verschillende moestuintjes gezaaid. Onze eerste zaadjes zijn gister ontkiemd. Van het moestuintje met de kropsla. Vandaag heb ik ze uit het kleine kasje gehaald want de plantjes schieten omhoog. En het laatste wat je wil is dat de plantjes slap en uitgerekt zijn. Vaak leggen ze dan in het latere groeiproces het loodje. Ook kunnen de plantjes elkaar in de weg zitten omdat de zaadjes tijdens het ontkiemen dicht tegen elkaar aan hebben gelegen. Zie je in je moestuintjes of in je gezaaide potjes plantjes met twee blaadjes dan kunnen ze verspeend worden.
Verspenen of verpotten
Grotere potjes of een tray
Potgrond
Water
Verzamel wat grotere potjes of gebruik een tray met meerdere vakjes. Vul deze met potgrond. Prik in het midden van de potjes vast een gaatje. Pak nu het potje waarin je gezaaid hebt. De plantjes met twee blaadjes kunnen verspeend worden. Deze blaadjes noem je de kiemblaadjes. De plant zal ze verliezen wanneer de plant groter groeit. Daarom gaan we ze gebruiken nu het nog kan. Pak het plantje aan de kiemblaadjes vast, de stengeltjes zijn nu nog te breekbaar. Met een stokje kun je voorzichtig langs het gekiemde plantje de aarde wat los maken. Ondertussen trek je voorzichtig aan de blaadjes het plantje omhoog. Voel je dat het nog tegen gehouden wordt, maak de aarde dan nog iets meer los. Zo haal je alle plantjes met gekiemde blaadjes uit het potje. Per plantje komen ze nu in een nieuw potje. Je schuift het plantje in het gaatje wat je gemaakt hebt, zo ver dat de gekiemde blaadjes net boven de grond uit komen. Dan druk je de aarde aan. Alles verspeend? Sproei dan wat water over de plantjes. Sommige planten verpot je een aantal keer. Iedere keer dat je de wortels meer ruimte geeft, geef je de plant ook de ruimte om groter te groeien. Zie je wortels onder aan het bakje, verpot het dan weer. Met uitzondering van de oranje wortels (bospeen) die houden niet van verspenen en ook niet van verpotten.
